escalatieHet archetype ‘succes aan de succesvolle’

De ‘succes aan de succesvolle’-dynamiek is overal en heeft te maken met de scheve verdeling van een bepaalde hulpbron, waardoor degene die net iets meer van die hulpbron krijgt, succes blijft hebben en degene die net iets minder krijgt, steeds verder op achterstand komt. Dit archetype werd al in de bijbel beschreven met de tekst:

“Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen”. Matteüs, Hoofdstuk 21 – 25

Enkele voorbeelden:

De marathon. De winnaar van een marathon kan betere hardlooptraining inkopen en zal geen bijbaantje nodig hebben. Verliezers houden minder tijd en geld over om te focussen op hardlopen. Als er geen sponsoren zijn die deze scheve verdeling van resources rechttrekken bij de lopers, dan blijft er maar een klein groepje lopers over dat telkens wint.

Kapitaal in de 21e eeuw. Wereldbewoners met toegang tot kapitaal kunnen met hun kapitaal steeds meer kapitaal creëren, onder andere door financieel adviseurs te betalen om dat kapitaal te laten groeien. Armere wereldbewoners ontbreekt het aan kapitaal voor belangrijke zaken, steken zich daarom vaker in de schulden en zijn daardoor steeds meer kapitaal kwijt aan aflossing en rente. De Franse auteur Thomas Piketty heeft veel stof doen opwaaien door in zijn boek ‘Kapitaal in de 21e eeuw’, de consequenties van deze dynamiek in de maatschappij, te laten zien in cijfers.

Opleiding en werkloosheid. Hoogopgeleiden kunnen dankzij hun opleiding meer ervaring opdoen, blijven actiever op de arbeidsmarkt, krijgen daardoor meer opleidingskansen en blijven flexibeler inzetbaar. Laagopgeleiden veranderen daarentegen minder gemakkelijk van werk, hebben daardoor minder brede ervaring, krijgen minder training, zijn daardoor steeds minder makkelijk inzetbaar en sneller langdurig werkeloos.

Ik beschreef het archetype eens voor mezelf.

Omdat ik ‘het talenwonder’ was op school liepen taalleraren met mij weg. Ik kreeg de positieve aandacht, waardoor ik me zelfverzekerd voelde op taalgebied, talen leuk vond, er tijd in investeerde en er steeds maar beter in werd. Mijn klasgenoten vergeleken zich met mij en legden al snel de lat iets lager. Zij zagen ook wel dat ik altijd aan de beurt was als het echt moeilijk werd en dat ik vaker dan anderen gevraagd werd om even iets voor te lezen.

De hulpbron die in dit geval te verdelen is, is de positieve aandacht van ouders of leraren. Dit is het systeemdiagram dat ik er van tekende:

Lees het bovenstaande plaatje als volgt: het gaat om twee zichzelf versterkende (R=’reinforcing’) processen. De ene – linker – ‘loop’ is een proces van groei. De andere – rechter – ‘loop’ is een proces van krimp. Dit diagram is als volgt te lezen: ..hoe groter mijn succes, hoe meer zelfvertrouwen en plezier ik krijg in het leren van talen, hoe meer positieve aandacht ik krijg van leraren en ouders, hoe meer positieve aandacht naar mij gaat, in plaats van naar een ander, hoe minder positieve aandacht naar die ander, hoe minder zelf-vertrouwen en plezier in leren die ander heeft, hoe kleiner het succes van die ander, hoe meer hulpbronnen (positieve aandacht) naar mij gaan in plaats van naar die ander, hoe groter mijn succes, etc. Legenda: S=same, oftewel als de ene variabele toeneemt, neemt de andere ook toe en andersom. O=opposite, oftewel, als de ene variabele toeneemt, neemt de andere variabele af.

Het patroon

Wat we zien als je let op de patronen van een succes aan de succesvolle-dynamiek is dat het succes van A relatief aan B toeneemt, het succes van A neemt toe over de tijd en het succes van B neemt juist af over de tijd.

Mogelijke interventies

Om deze dynamiek te managen is het van belang om bewustzijn te ontwikkelen ten aanzien van de impact van investeringsbeslissingen als het gaat om de verdeling van hulpbronnen. Onderstaande interventies zijn er op gericht om de succes aan de succesvolle-dynamiek in een organisatie, waarbij twee afdelingen met elkaar concurreren om hulpbronnen, te doorbreken. Dezelfde soort interventies zijn echter te bedenken voor andere situaties, zoals het klaslokaal waarin de aandacht van de leraar de hulpbron is.

Voor een organisatie met afdelingen die met elkaar in competitie zijn (of iets vergelijkbaars):

  1. Maak ten eerste de doelen expliciet. Verhelder en krijg commitment voor het feit dat het gewenst is dat alle partijen succesvol zijn. Meet het potentieel van elke activiteit separaat zichtbaar en baseer de allocatie van hulpbronnen op de noden, het potentieel en het succes van elke activiteit op zijn eigen merites. Vraag je ook af of het succes van de een gekoppeld is aan dat van de ander. Is het zo dat B’s verlies, invloed heeft op A?
  2. Daag de mentale modellen uit. Misschien lijkt het alsof een van de twee partijen inherent beter is dan de andere, maar misschien is dit alleen maar zo door onze eigen acties?
  3. Als een koppeling van hulpbronnen ongewenst is, probeer deze dan te verbreken of te verzwakken om de competitie te elimineren en het zinloos vergelijken te stoppen.
  4. Als beide partijen investeringen vragen, zoek dan naar additionele hulpbronnen en bedenk waar de voordelen van deze investeringen zouden moeten landen.

Blogs over archetype

Weet jij waarom jij succesvol bent?