
19 november 2012
Vrijdagmorgen was ik getuige van een historisch moment. Ik bevond mij bij de startbijeenkomst van het door de SER te leiden proces om tot een nationaal energieakkoord voor duurzame groei te komen. En of het nu daadwerkelijk tot een akkoord gaat komen of dat gaat blijken dat dit een brug te ver is; het was een hoopvolle bijeenkomst. Vooral doordat de kersverse SER voorzitter Wiebe Draaijer dit akkoord lijkt te willen benutten om de SER opnieuw uit te vinden – en daarmee zichzelf te bewijzen dat dit kan.
Een bijzonder soepel manoeuvrerende Wiebe Draaijer startte de bijeenkomst met de mededeling dat de SER die ochtend unaniem had besloten dat zij inderdaad de handschoen op wil pakken die Nederland Krijgt Nieuw Energie de afgelopen twee jaar warm had gehouden. In een land als Nederland, dat ook wel een ‘OPEC-land zonder sjeiks’ genoemd wordt, is het sluiten van een toekomstgericht energieakkoord een ongelooflijk uitdagende en risicovolle aangelegenheid. Dat de SER deze uitdaging durft aan te gaan is heel mooi nieuws. Hopelijk lukt het de SER dit proces, ondanks alle risico’s, tot een inspirerend en uitvoerbaar einde te brengen, want er moet nog gigantisch veel gebeuren wil Nederland dichterbij een toekomstbestendige energievoorziening komen.
Risico 1: de scope
Een van de meest uitdagende risico’s waar de SER mee te maken krijgt is de scope van een dergelijk akkoord. Een nationaal akkoord is voor o.a. de elektriciteitsmarkt te smal; een akkoord in Noord-Europa zou logischer zijn. Sinds onze oosterburen de kerncentrales uitschakelde en de Energiewende steeds meer vorm krijgt, wordt de onderlinge afhankelijkheid tussen Duitsland en Nederland steeds zichtbaarder. Een nationaal akkoord dat de Duitsers, en onze noorderburen, niet betrekt zal maar weinig richtinggevend blijken.
Het Europees opgezette en slecht functionerende ETS zal ook meegewogen moeten worden. Nederland kan in Brussel lobbyen om dit ETS beter te laten functioneren, maar veel verder gaat onze invloed niet. Dit maakt het ingewikkeld om afwegingen te maken over mogelijke aanvullende wet- en regelgeving om de energietransitie te versnellen. De kolentaks is zo’n mogelijke aanvullende maatregel, waar het laatste woord nog niet over gezegd is. Al met al zullen al deze scope aspecten op een slimme wijze meegenomen moeten worden; alleen dan zal het akkoord inhoudelijk ook overeind blijven op lange termijn.
Risico 2: de beleidsstatus van energie
Van alle grote transities die we de komende jaren zullen moeten realiseren – in de woningmarkt, ons pensioenstelsel, de zorgmarkt en onze energievoorziening – is de energiemarkt het enige dossier dat momenteel positief bijdraagt aan onze rijksbegroting. Nu we minder geld dreigen te gaan verdienen met energie, en op korte termijn zelfs extra zullen moeten gaan investeren, zal energie als onderwerp een andere politieke status krijgen. Het zal lastig blijken hier op een goede manier op te anticiperen in het te doorlopen proces.
Risico 3: nieuwe en oude spelers, diverse belangen
Een derde risico is dat er in de sector heel veel nieuwe spelers (zijn) ontstaan; van energie producerende waterschappen, tot boeren, tuinders en grote industriëlen. Ook zijn een aantal grote, van origine Nederlandse, energiespelers op dit moment in buitenlandse handen. De vraag is hoe al deze actoren op een goede manier betrokken kunnen worden. Hoe maak je afwegingen wie in werkgroepen deelneemt en wie niet? En dan nog veel belangrijker; hoe zorg je voor een goede afweging van belangen? Een advies van Marieke van der Werf, oud CDA-politica, was om bij de start van het proces al tot overeenstemming te komen over de weging van ‘klimaat’, ‘economie’ en ‘maatschappij’ als maatstaf om het akkoord in te richten.
Risico’s managen door afspraken te maken
Mijn advies zou zijn om naast een startafspraak over weging van deze criteria, op een heel aantal andere vlakken afspraken te maken die leidend zullen voor het proces. Daarmee zullen de risico’s hopelijk grotendeels te ondervangen zijn. Pas als die afspraken staan zou de inhoudelijke verkenning moeten starten.
Zo moet er een afspraak komen ten aanzien van de beleidsmatige en financiële ruimte om te starten in de huidige kabinetsperiode. Is het regeerakkoord leidend, of is het nog mogelijk om hierin te schuiven? Ook de relatie tussen dit akkoord en het ETS zal duidelijk moeten worden vastgesteld, vooral om aanvullende maatregelen goed te kunnen beoordelen. De wijze waarop de Tweede Kamer dit akkoord zal behandelen is ook van groot belang, in verband met de veranderende beleidsstatus van het onderwerp en de nieuwe rol van de SER. Vervolgens is de feitenbasis van waaruit het akkoord doorgerekend wordt van groot belang. Gelukkig is deze afspraak reeds aangekondigd door de SER, maar eerdere initiatieven (Energie Zonder Rookgordijnen) en ons eigen onderzoek het afgelopen jaar, wijst uit dat het heel lastig zal zijn om hierover tot consensus te komen. Meer praktisch is van belang dat er afspraken komen over de wijze waarop over het proces gecommuniceerd wordt tussentijds en over de relatie tussen het akkoord en de innovatieagenda van de topsector energie.
Misschien wel het allerbelangrijkste…
Bepaal gezamenlijk de gewenste impact. Draaijer stelde de 16e al de vraag hoe de impact van het akkoord vergroot zou kunnen worden; een vraag die daaraan vooraf moet gaan is wat deze impact überhaupt zou moeten zijn. Je ontkomt er niet aan om dan ook in te gaan op de filosofische en inhoudelijke uitgangsprincipes van waaruit met elkaar naar een akkoord gezocht gaat worden. Meer of minder marktwerking en/of industriepolitiek? Werken we toe naar een bio-based economie of een circulaire economie, en wat betekent dit dan? Wat bedoelen we eigenlijk met ‘duurzame groei’? Ook is het van belang om de mate van flexibiliteit versus rigiditeit te adresseren, bijvoorbeeld door een keuze te maken over het opnemen van scenario’s en hoe daarmee om te gaan.
Als alle betrokken partijen met een zelfde plaatje in het achterhoofd aan het proces gaan deelnemen (wat het ook mogen zijn), dan is de kans dat dit energieakkoord voor duurzame groei daadwerkelijk een succes wordt een stuk groter. Rest ons nog om te duimen voor een goede afloop en ondertussen vooral niet stil te blijven zitten; we hebben nog genoeg te doen richting 2020 en verder!