1 september 2018
door Lisette van der Wel*
Op een zonnige voorjaarsdag reis ik af naar Zwolle voor een ontmoeting met landbouwkundige Henk Kieft. Ik wil meer weten van zijn vernieuwende werk op het gebied van ‘kwantum landbouw’, een vorm van landbouw die uitgaat van de wederzijdse beïnvloeding van mens en natuur, ook langs energetische en intuïtieve weg. Vanuit mijn werk met natuuropstellingen heb ook ik de ervaring dat er meer is dan het oog kan zien in het contact van mensen met hun natuurlijke omgeving. Ik ben benieuwd wat het onderzoek van Henk kan bijdragen aan beter begrip van deze interactie. Met een verse pot thee zetten we ons op het terras van zijn huis. Omringd door zingende tuinvogels, steekt Henk van wal.
Agrarische wortels en takken
Het boerenbedrijf is Henk (1949) van jongs af aan vertrouwd. Zijn vader is landarbeider in de Noordoostpolder en zijn familie boert in de omgeving van Nijkerk. Hij werkt daar in de vakanties graag mee op het land. Als Henk in het Zendingsblad – de familie heeft een gedegen gereformeerde achtergrond – leest over werk met boeren in Sumba, raakt dat hem zo dat hij besluit tropische landbouw te gaan studeren in Wageningen. Als eerste in de familie die zo’n stap zet, gaat daar een nieuwe wereld voor hem open. ‘Ik was als een knotwilg die opnieuw uitloopt, stevig geworteld in de grond en met takken die op allerlei manieren opnieuw de hemel zoeken.’
In Wageningen is de wetenschapsfilosoof Herman Koningsveld een belangrijke inspiratiebron. Alle kennis, leert Koningsveld, is gebaseerd op axioma’s, het staat je vrij om daarover vrijuit na te denken. Het doet Henk beseffen dat hij niet het ene geloof hoeft in te ruilen voor het andere. Alles vraagt voortdurend om een open en kritische blik. De waarde daarvan ervaart hij tijdens zijn eerste banen aan een landbouwuniversiteit in Algerije en in een project met kleine boeren in Tsjaad. De in die tijd sterk gepromote Groene Revolutie – landbouwmodernisering met behulp van nieuwe rassen, kunstmest, pesticiden, irrigatie en machines – blijkt niet voor iedereen haalbaar. De boeren in Tsjaad leren Henk hoe belangrijk ‘vergeten gewassen’ en oude kennis en technieken zijn om voedselzekerheid te garanderen. Hij schrijft er een artikel over, wat het landbouw-kennisinstituut ETC oppikt en uitgeeft. Het Departement voor Internationale Samenwerking (o.l.v. Jan Pronk) is er zodanig in geïnteresseerd, dat het ETC vraagt om een netwerk op te zetten over het belang van een ‘Low External Input Agriculture’ (LEIA – later LEISA: LEI Sustainable Agriculture).
Werken met energie
Na nog enkele andere werkervaringen met plattelandsontwikkeling via kerkelijke organisaties, wordt Henk in 1989 hoofd van de landbouwafdeling van ETC. Hij krijgt daar de ruimte om door te gaan met de ontwikkeling van LEISA, nu ook in grote internationale projecten met overheden, Wereldbank en FAO. Henk raakt er betrokken bij goede initiatieven, maar ziet dat grosso modo Westerse interventies de culturen en technieken van niet-westerse landen ‘wegdrukken’. De oplossing van het wereldvoedselvraagstuk komt zo in zijn ogen niet dichterbij. Een diepgaander transformatie is nodig.
Als er vanaf de eeuwwisseling de klad komt in landbouwwerk (en ontwikkelingssamenwerking als bedrijfstak), komt er bij Henk ruimte om verder rond te kijken, ook in Nederland. Wat hem eerder in niet-westerse landen boeiende folklore had geleken, komt hij tot zijn verrassing nu ook hier tegen: boeren die werken met energie van planten, dieren en plekken. En die het positieve effect daarvan merken in hun portemonnee, in het gedrag van hun dieren of de houdbaarheid van hun gewassen. ‘Wat gebeurt hier wat ik mis’, vraagt Henk zich af, ‘als deze hoog opgeleide boeren ook dat soort subtiele dingen doen waar ze geen verklaring voor hebben, maar die wel werken?’
De ervaring brengt Henk op een nieuw spoor van energetische manieren van omgaan met planten en dieren. Hij volgt samen met twee collega’s een cursus ‘Communiceren met Bomen’ bij ETC-collega Maja Kooistra. Het intrigeert hem hoe een degelijke wetenschapper als Maja met volle overtuiging een cursus kan geven waarin je de energie van bomen leert voelen. Om hun twijfels te onderzoeken, besluiten de drie mannen om elk een andere boom op te zoeken en niet te laten merken waar ze wat voelen. Als hun ervaringen overeen komen, zou dat een indicatie zijn van iets reëels wat ze niet kunnen zien. Zo niet, dan is het blijkbaar flauwekul. Tot ieders grote verbazing blijken hun waarnemingen sterk overeen te komen. Het bevestigt Henk dat er kennelijk een stuk werkelijkheid bestaat wat je niet kunt zien maar wat wel degelijk functioneert. En waar je ook op af kunt stemmen en contact mee kunt leggen.
Om er meer van te begrijpen gaat Henk de opleiding Ecotherapie bij Hans Andeweg volgen. Het is een gedegen scholing in het werken met de energieën van bodems, planten en dieren. Het leert hem hoe je het intuïtieve en cognitieve kunt combineren, bijvoorbeeld door intuïtieve waarnemingen van meerdere mensen in grafieken uit te zetten. De optelsom van de subjectieve ervaringen objectiveert het resultaat en maakt het mogelijk trends en ontwikkelingen in de tijd te volgen. Het effect van subtiele energieën op de gezondheid en opbrengst van dieren en gewassen is zo goed vast te stellen.
Energetische technieken
Henk komt in contact met een groepje melkveehouders die de kringlopen op hun bedrijf versterken en die ‘met aparte dingen’ bezig zijn. Hun koeien, het milieu en zijzelf worden er merkbaar beter van, ook al begrijpen ze niet hoe het werkt. Zou Henk niet eens kunnen inventariseren welke energetische technieken er zoal internationaal worden toegepast en met welke resultaten? Dat zou de boeren een verhaal aanreiken waarmee ze bij hun eigen mensen kunnen aankomen zonder voor gek of occult te worden versleten. Deze vraag vanuit de boeren zelf versterkt Henk’s besef dat energetische technieken niet zomaar een aardigheidje zijn, maar kennis opleveren over hoe je zodanig met planten en dieren kunt omgaan dat het hele systeem er beter van wordt.
In 2007 verspreidt Henk in kleine kring (geen enkele uitgever is geïnteresseerd) een eerste ‘energetische bijbel’ van technieken, ervaringsverhalen en wetenschappelijk onderzoek op dit terrein. Het bevat veel ervaringsmateriaal over het werken met geluid, elektromagnetische impulsen en trillingsfrequenties. Eén zo’n energetische techniek is bijvoorbeeld het ‘para-TB kastje’, een recente Nederlandse vinding die met behulp van lage elektromagnetische straling paratuberculose (Johne’s Disease) bij melkvee bestrijdt. Op twee boerderijen werd daarmee het infectiepercentage in tien jaar tijd teruggebracht van 20 naar 3 procent, terwijl gemiddeld in die periode het ziektepercentage steeg van 20 naar 30 procent. Een enkel landbouwtijdschrift schrijft er iets over, maar de universiteit en een melkveeonderzoeksfonds deinzen terug voor verder onderzoek omdat er geen peer-reviewed artikelen over bestaan en het nog niet duidelijk is hoe dit precies werkt (wordt het immuunsysteem van de koeien versterkt of de bacteriën verzwakt?).
Wetenschap uitgedaagd
Henk wordt sterk aan het denken gezet door de terughoudendheid van wetenschappers. Wat maakt dat wetenschappers zo omzichtig, ontkennend of zelfs ridiculiserend reageren op kennis die ze niet snappen?
‘Dat boeren kennis hebben waarvan ze zeggen dat het werkt, vind ik een harder feit dan dat er wetenschappelijk geen theorie over is. Het is niet de kennis die dominant is over de ervaringen. Het is de ervaring die de wetenschap uitdaagt tot verklaring.’
Deze ervaring versterkt Henk’s besef hoe belangrijk het vertrouwen in de eigen waarneming is om voorbij het heersende wetenschappelijke paradigma te kunnen denken. Hij gaat zijn wetenschappelijke opleiding relativeren, maar blijft tegelijk wetenschappelijke kennis en methoden zo goed mogelijk gebruiken in nieuw onderzoek. Hoe kwetsbaar deze positie is, blijkt nadat Henk een artikel over zijn onderzoek heeft geschreven voor het Netwerk Energetische Landbouw. Stichting Scepsis krijgt er lucht van en komt met een afkrakende reactie in een landelijk dagblad, ‘Wageningse onderzoekers praten met kabouters’. Het bevestigt Henk er in dat wie dogmatisch vasthoudt aan de positivistische wetenschap, niet in staat zal zijn tot het vinden van fundamentele vernieuwingen. Hij vindt steun in de gedachte dat veel wetenschappelijke doorbraken zijn ontstaan doordat wetenschappers de intellectuele vrijheid namen om buiten de gevestigde kaders van hun tijd te denken.
Intuïtieve technieken
Een andere bepalende invloed voor Henk is kwantumfysicus Hans-Peter Dürr, ex-directeur van het Duitse Instituut voor Kwantumwetenschap. Tijdens een ontmoeting in 2006 verheldert deze hoe materie en energie twee verschijningsvormen van eenzelfde werkelijkheid zijn. Deeltjes, zoals Einstein al zei, kunnen zich uitdrukken als golf, of golven als deeltje, afhankelijk van de manier waarop ze geobserveerd worden. Dat betekent, zei Dürr, dat er een niet-materiële ruimte is, een ‘kwantum informatieveld’, waarop de mens kan afstemmen. Onze menselijke geest kan op subatomair niveau materie beïnvloeden, en wel via een speciale, ongefocuste staat van bewustzijn. Voor de moderne westerse mens is dit ongemakkelijk, gewend als we zijn om kennis te vergaren door onze vijf zintuigen en daarmee verbonden instrumenten. Voor inheemse volken is het echter deel van hun wereldbeeld om de natuur te ervaren als vol met energie, informatie (‘spirits’) en mogelijkheden tot communicatie. Zij zien ons als kleine kinderen waar het gaat om het besef van wat er in de natuur speelt. Naar hun mening kunnen wij veel van hen leren over hoe je met je geest en je hart, met intentie en liefde, in verbinding kunt treden met andere levende wezens.
‘Wanneer de intenties van je hoofd gedragen worden door de liefde van je hart, is het effect op de omgeving vele malen sterker dan bij een intentie die je niet werkelijk voelt.’
Het besef van de waarde van oude energetische en intuïtieve technieken groeit. Het FAO-programma ‘Globally Important Agricultural Heritage Systems’ (GIAHS), bijvoorbeeld, brengt in kaart welke oude technieken er wereldwijd bestaan en wat deze nu kunnen betekenen. Oude technieken herleven in nieuwe vormen bij boeren her en der, maar ook op plekken zoals de ecologisch-spirituele gemeenschap Findhorn in Schotland en het Institute of Co-operative Bio-Balance in de VS. Een mooi voorbeeld daarvan is het Eco-Peace Treaty: een spirituele contract-afspraak tussen de beheerder van een bos, gebied of tuin en de ’spirits’ van overlastgevende planten of dieren ter plekke. In het ‘contract’ erkennen we dat ook zij een plek verdienen, maar we vragen of ze hun voedsel willen zoeken in een bepaald deel van het perceel of bos in plaats van alles op te eten. Dat blijkt in diverse gevallen gerespecteerd te worden, zoals bij de boerin in het Vechtdal die gewend is om elke avond even te voelen of alles in balans is op de boerderij: ‘Als ik merk dat er een rupsenplaag in de bessen is, zoek ik geestelijk contact en vraag ze om iets verderop in de singel te gaan zitten en de bessen aan mijn medewerkers te laten. Als ik dan voor mijn geestesoog zie dat enkele rupsen hun kop opsteken alsof ze luisteren, vraag ik hen of ze het aan alle andere rupsen vertellen. Eén of twee dagen later zijn dan bijna alle rupsen weg.’
Dwarsverbanden
Henk ontdekt steeds meer verbanden tussen nieuwe inzichten in de kwantumfysica, chaostheorie, neurowetenschap enerzijds en ervaringen van mystici, inheemse volken of mensen die intuïtief communiceren met planten of dieren anderzijds. Een energetisch wereldbeeld begint zich te ontvouwen, waarin communicatie met andere levende wezens, vanuit een houding van respect en wederkerigheid, een reëel feit is. En waarin het eigen lichaam weer wordt (h)erkend als kanaal voor het ontvangen van de energie en informatie uit de natuur.
‘Verhalen van oude culturen, verhalen van mystici, ervaringen van boeren en nieuwe wetenschappelijke inzichten, het past allemaal. Dat maakt het zo’n sterk verhaal.’
Met zijn nu energetisch ontwikkelde vocabulaire gaat Henk ook de Bijbel met nieuwe ogen lezen:
‘De Bijbel staat vol met energetische verhalen over krachten die werkzaam zijn; over droomtoestanden waarin je vragen kunt stellen waarop dan antwoorden komen; over ervaringen met een mystieke alomtegenwoordigheid, een drijvende kracht van vrede en liefde die tot verbinding brengt, die een basiskracht is van het leven. Via het verkennen van nieuwe wereldbeelden en van kwantumtechnieken, kom ik tot het besef dat ik dat oude verhaal eigenlijk nu weer tegenkom, maar dan met een totaal nieuwe terminologie en een heel andere invalshoek: niet vanuit een dogmatiek maar vanuit een wezenlijke ervaring.’
Onderlinge afhankelijkheid
Een vision quest in Zweden bekrachtigt Henk’s ervaring van een mysterievolle werkelijkheid. Tijdens een nacht alleen in de wildernis met de vraag ‘wat moet ik met de natuur?’, ontvangt hij een duidelijk antwoord: ‘You have to be our voice.’ Het voelt als een opdracht die hem tot in het diepst van zijn wezen raakt. Hij voelt zich steeds meer deel van een enorme kosmos waarin alles onderling verbonden en afhankelijk is.
‘Je beseft dat je een onderdeel bent van een geheel. Alles wat je doet, wat je denkt, wat je liefhebt – het beïnvloedt je. Alles wat je met jouw omgeving doet via je daden, je denken en je intenties, hangt direct samen met de invloed van die omgeving op jouzelf en jouw geestelijke en lichamelijke gezondheid. Mijn zijn is intiem verweven met alles om mij heen. Ook in ziektes, en niet alleen maar in het mooie en positieve. Wat mij drijft is het gerijpte besef een vitaal onderdeeltje te zijn van het grote geheel waarin ik leef en waarvan ik afhang – en waarvan de toekomst ook van mij afhangt.’
Het is een indringend besef uit de kwantumfysica: de natuur is nog niet af, de toekomst staat niet vast. De toekomst is mede afhankelijk van hoe wij erover denken – ook de toekomst van de landbouw. Het is daarom van cruciale betekenis, meent Henk, of we als samenleving kiezen om door te gaan op de weg van technologische vernieuwing, met chemische bestrijdingsmiddelen, genetische manipulatie, veredelde gewassen, e.d., die per saldo leiden tot uitputting van bodems en degradatie van ecosystemen. Of dat we toegaan naar een natuurinclusieve landbouw: een landbouw die respectvol rekening houdt met alle zichtbare en onzichtbare aspecten, energieën en krachten. Het is de keuze tussen blijven vasthouden aan een positivistisch wereldbeeld, met een eenzijdige nadruk op technische en chemische interventies. Of je openen voor een ruimer, energetisch wereldbeeld en natuurbewustzijn, waardoor je niet anders meer kunt dan zoveel mogelijk duurzame opties zoeken in je manier van omgaan met dieren, planten, bodems en medemensen.
‘Vanuit mijn lange ervaring met internationaal landbouwbeleid durf ik het aan om te zeggen dat we een grondiger weg moeten gaan bewandelen. Het is niet alleen maar een kwestie van vertrouwen in nieuwe technologie. Het gaat om een fundamentele verandering van levenshouding die essentieel is willen wij een meer duurzame toekomst met deze wereld tegemoet gaan.’
Energetisch wereldbeeld
Het onderzoek naar energetische en intuïtieve vormen van samenwerking met de natuur, heeft Henk ervan overtuigd dat het niet de natuur is die heling nodig heeft, maar dat het de mensen zijn die heling nodig hebben. De natuur redt zich wel. Het is onze geestelijke houding tegenover de natuur die het verschil maakt. Zolang we ons laten leiden door de overlevingsbehoeften van ons ego, zal de natuur het onderspit delven. Het besef mag groeien dat ons ego weliswaar nodig is voor onze fysieke overleving en identiteit, maar dat het ons ook afscheidt, terwijl we in wezen totaal verbonden zijn met alles om ons heen.
De uitdaging is om deze verbinding met het grotere geheel te herstellen. Of dat nu is via vormen van meditatie, natuurbeleving of natuuropstellingen, of met intuïtieve technieken. Een Zuid-Afrikaanse cursist, die ervoer hoe een boom reageerde op het geven van liefde met een grote verruiming van haar energieveld, realiseerde zich daardoor: ‘I have always known that I can be happy with a tree. But I have never realised how important my own attitude is towards the tree. It really changes my mind, my worldview completely.’
Uiteindelijk is het in Henk’s ervaring een kwestie van moed – de moed om af te durven wijken van de gangbare normen en waarden, en om met een open geest nieuwe perspectieven en werkwijzen te onderzoeken. Met de aanzwellende kritiek op het huidige landbouwsysteem is de tijd rijp voor een nieuw, energetisch wereldbeeld. Henk: ’Het kan anders, en het blijkt te werken. Denigreer dat niet meer, maar exploreer het!’
Meer lezen over Henk’s onderzoek? Zijn onderzoekspaper ‘Intuitive Farming: towards a New Vision on Nature’ is te vinden op www.academia.edu/