Over het oh zo, aantrekkelijke kunstje – versus de kunst van het dansen met systemen
Blog van Martine Verweij, met steun van Petra van de Kop, naar aanleiding van systemische verkenning over invloed financiële systeem op energietransitie in gebouwde omgeving op 24 november. Met: Dorine Putman (ASN), Ron Sint Nicolaas (Gemeente Deventer), Femke Adriaens (Gemeente Assen/ZZP), Petra van de Kop (Kop & Co) en Martine Verweij (MVI-Energie/Green Bridges).
Ron Sint Nicolaas van Gemeente Deventer, legt het helder uit. Nu het woningabonnement er is, wil iedereen het. Eindelijk kan met energie, wat met telefoonabonnementen al lang kon. “Zonder zelf een euro te investeren, kunnen mensen hun huis energiezuinig maken”, zo is te lezen op de website: www.woningabonnement.nl.
Dat willen mensen natuurlijk graag overnemen en opschalen. Dat is ook heel belangrijk om de energietransitie in de gebouwde omgeving kans van slagen te geven. En toch – aldus Ron: “Als in het land partijen vragen hoe we het gedaan hebben, hebben ze de neiging om aan de oppervlakte te blijven. Ze willen het kunstje kopiëren en kijken niet goed naar dat wat nog meer nodig is.
Wij hebben achter de schermen knoppen omgezet, opdat systemen die mee moeten bewegen dat ook doen. Waar nodig hebben we omwegen gecreëerd, om ons doel te bereiken. Ervaring met marketingprincipes op andere gebieden hebben erg geholpen. Maar vooral vragen stellen. Vragen naar het waarom van vaak ingewikkelde regels. Desondanks hebben we te maken met de bestaande regels. Vandaar die 1123 pagina’s contract – waar we overigens graag vanaf willen.”
Dansen met systemen is een kunst. En als het goed gaat kan de uitkomst een knap kunstje lijken. Het is verleidelijk om juist dat kunstje dan ook te willen doen. Leuker, uitdagender en vooral effectiever is het echter, om de kunst van het dansen met systemen onder de knie te krijgen.
Dat wil zeggen: de bewegingen van het systeem als geheel en van individuele spelers daarbinnen aanvoelen. En begrijpen. Zicht krijgen op de mentale modellen die een rol spelen bij hoe het nu gaat. En zicht op de dieperliggende structuren die het gedrag van het huidige systeem bepalen. Om te kunnen dansen moet je leren observeren zonder oordeel. Met compassie het huidige systeem doorgronden en omwegen verzinnen om bij je doel te komen. Heb je ooit een danser recht op z’n doel zien afgaan? Een mooie draai, naar links, naar rechts, en hoepla, daar sta je dan, ineens ben je er. Het lijkt een kunstje, maar zo soepel kunnen bewegen gaat niet vanzelf. Dit vergt oefening. Zelfvertrouwen. Plezier. Doorzettingsvermogen. En een goed gevoel van evenwicht.
Systeemvernieuwers: wat doen zij anders dan wij?
Gepokt en gemazelde systeemvernieuwers zoals Ron Sint Nicolaas (Gemeente Deventer), en Dorine Putman (ASN) kunnen duidelijk dansen met systemen. En weten wat dit van henzelf vraagt. Ze zijn er helder over dat als je echt ver wil komen, je je voortdurend op een grensvlak beweegt. Jouw eigen ‘growing edge’. Maar ook de grens van wat het systeem waar je onderdeel vanuit maakt, tolereert. Overschrijd je die grens te vaak, te ver, dan komt er een moment dat het systeem waar je onderdeel van bent je eruit knikkert.
Systeemrebellen: houden ze het vol?
“Ik ben altijd de luis in de pels”, geeft Dorine aan. Dat is voor mijn collega’s vermoeiend. Als we ook maar 1/10e van jouw ideeën zouden kunnen uitvoeren, zeggen ze dan. Maar we hebben niet voldoende capaciteit”.
De systeemfunctie van rebellen – ze staan ten dienste van het grotere systeem
Rebellen, of luizen in de pels zijn niet zomaar rebels – ze doen dat onbewust ten dienste van een groter systeem dat een oplossing zoekt voor iets wat spanning oproept. Om te overleven in het systeem helpt het als rebellen zich bewust worden van wat ze aan het doen zijn. Voordat ze eruit gezet worden. En als ze hun omgeving daarin mee kunnen nemen.
“De rebel beweegt onbewust uit zijn of haar positie in de natuurlijke ordening in het organisatiesysteem, en meestal naar een hogere plek in die ordening. Daarom voelt het ook ongemakkelijk voor leidinggevenden. Maar je kunt je afvragen, waarom een rebel zoveel risico neemt eruit gezet te worden. Dan moet er dus nog iets zijn, dat kostbaarder is dan het verliezen van een baan” (Uit: Vleugels voor verandering, Jan Jacob Stam).
Voor zowel Ron als Dorine is ‘datgene dat zo kostbaar is’ niets minder dan het welzijn van onze planeet en van hen zelf. En hun kleinkinderen. Daar is de energietransitie een middel toe. En ze zijn bereid om daar een en ander voor op het spel te zetten. Tegelijkertijd doen ze alles om te kunnen blijven doen wat ze doen.
Enkele systemisch intelligente tactieken die Ron en Dorine gebruiken:
- Niet op één wethouder richten, aldus Ron, maar zorgen dat alle wethouders iets kunnen met mijn idee – oftewel: systemisch eigenaarschap breed organiseren
- Plek creëren voor iets wat nog geen plek heeft en zo de uitwisseling op gang brengen. Voorbeeld 1. Ron besloot (noodgedwongen, omdat hij op zijn plek nauwelijks budget had) voor alle adviseurs die hij op bezoek krijgt, helder te zijn. Ze kunnen zijn tijd, expertise en commitment krijgen om in een gesprek samen de uitdaging scherper te krijgen. Meer niet. Hij heeft geen geld. Gaat ze niet inhuren. In de gesprekken daagt hij hen uit om uit de adviesrol te stappen: “Ga het gewoon doen, betrek bedrijven, creëer vraag voor je idee, en zo een verdienmodel voor jezelf”. In dezelfde gesprekken leerde Ron ‘gratis’ alles wat hij nodig had, en kreeg hij er gecommitteerde ex-adviseurs voor terug die mee gingen helpen complexe vragen op te lossen. Vanuit een nieuw gecreëerde plek, waar ze ook nog financiering voor vonden. Hij organiseerde hiermee dat iets een plek krijgt, dat formeel nog geen plek heeft. En als iets een plek heeft, kan er uitwisseling ontstaan.
Voorbeeld 2. Financiering van een veelbelovend jong bedrijf dat nog geen track record heeft, maar veel perspectief biedt op reduceren van een groot milieuvraagstuk en creëren van veel media-attentie. De bank gebruikte middelen uit het marketingbudget zodat strenge interne financieringsregels niet van toepassing waren. Het geld werd zelfs terug verdiend, dus marketing kon het budget opnieuw gebruiken. Ook dit lijkt een goede tactiek om iets een plek te geven dat formeel (nog) geen plek heeft. En vervolgens uitwisseling mogelijk te maken. Maar het systeem denkt: dit kan niet te vaak. Er verandert namelijk ook iets in de ordening. De marketing afdeling neemt ineens een andere plek in de ordening in, en dat blijft niet onopgemerkt.
- Vooraf goed nadenken wie de systemische eigenaren worden van een nieuwe energie-inventie. Wat komt er nog meer mee met financiering? En draagt dat dan bij aan jouw doelen, leidende principes? Dorine wil een energie-inventie bewust niet financieren met geld van rijke particulieren, maar zoekt naar een maatschappelijk (provinciaal) revolving fonds, opdat de verwachte revenuen de samenleving ten goede komen en de energietransitie verder laten groeien. Dorine maakt zich er druk om dat de energietransitie in potentie zorgt voor een groeiende onbalans tussen arm en rijk. Door goed na te denken over de bron van financiering en het eigenaarschap dat daarmee gepaard gaat, draagt ze bij aan het tegengaan van de groei van die onbalans.
De kunst van dansen met systemen – we beheersen het allemaal
Dansen met systemen is iets anders dan je ding doen in één systeem dat je goed kent. Het is een kunst.
We beheersen die kunst allemaal, in meer of mindere mate. Want we maken allemaal deel uit van meerdere systemen die we met elkaar moeten zien te rijmen. In tijden van Sinterklaas of Kerst met twee families, komen die systemen samen bij de pakjesboom. Dat is waarom we dat meestal niet doen. Toch alleen maar bij die ene familie. Wel zo makkelijk. Maar bij een huwelijksinzegening moeten de families wel samen optrekken. Daarbij luistert de nieuwe ordening nauw: welke speeches eerst? Wie krijgt niet het woord? Wordt er iemand of iets buitengesloten? Als dat zo is, gaat het natuurlijk rommelen. Daar kan je gif op innemen.
Systeemvernieuwing lukt met twee wapens: diep begrip en compassie
Joanna Macy (eco-filosoof, systeemdenker) leert ons wat nodig is om midden in het hart van de systemen die we goed kennen, datgene onschadelijk te maken wat schadelijk is voor onszelf en de wereld. Daartoe is een diep begrip nodig van die systemen, en tegelijkertijd een sterk ontwikkeld gevoel van compassie. Dat zijn onze wapens[1]. Systemen – vooral als je in het hart komt – doen alles om te kunnen overleven. En dan komen de duivels naar boven (Adam Kahane, in Power and Love). Daar heb je goede ‘wapens’ voor nodig.
Systemisch intelligente leiders erkennen heel goed hoe het huidige systeem werkt. Omarmen dit zelfs, zonder oordeel. Met open hart. Dat kunnen Dorine en Ron als geen ander lijkt het. Erkennen hoe een systeem werkt en daar zelfs van houden, wordt makkelijker als je leert zien dat er altijd meerdere speelvelden tegelijk werkzaam zijn. Dorine en Ron laten zien hoe je hier actief tussen kan schakelen. Ook Femke herkent onderstaande drie speelborden. Systemisch intelligente leiders bewegen als het ware voortdurend tussen:
- Het speelveld van het persoonlijk geweten of het eenheid-geweten. Dit geweten werkt bewust en gaat over het overleven van individu, groep, organisatie in een groter geheel. Het gaat over het vermogen om ergens bij te horen, om de juiste plek in de ordening in te nemen en om uit te wisselen. Mensen als Ron en Dorine spelen voortdurend met het delicate spanningsveld van erbij horen: tot hoever kun je vernieuwen zonder dat het systeem je niet meer tolereert. Ook hebben ze de neiging om op een andere plek in de ordening terecht te komen. En ze geven veel. De vraag of ze ook voldoende ‘nemen’ om het vol te houden, is volgens hen niet aan de orde; ze gaan wel door en laden zichzelf steeds weer op. Maar wat is de prijs? en voor wie? Mogen ze ook hun verlies nemen? Of staat er te veel op het spel? En de pijn dat het veel minder snel gaat dan gehoopt, mag die worden uitgesproken? Wat zou er gebeuren als die wordt uitgesproken? Zijn ze dan nog loyaal aan hun eigen geweten?
- Het tweede speelveld gaat over het overleven van het systeem als geheel: de kudde, groep, organisatie of sector als geheel. Dit wordt ook wel het systeemgeweten genoemd en werkt onbewust. Dit geweten verlangt naar compleetheid – en heeft net als het persoonlijk geweten een aantal basisbehoeften. Namelijk dat alles op het niveau van het systeem erbij mag horen, een eigen plek heeft, dat er een heldere ordening is die rust en helderheid geeft en een faire balans tussen nemen en geven. Als niet in deze basisbehoeften wordt voorzien ontstaan er signalen. Op het moment dat Dorine of Ron een andere plek innemen in de ordening, zal het systeem automatisch reageren. Een ander onbewust mechanisme gaat over plek. Ron en Dorine hebben het in relatie tot het woningabonnement over de portemonnee van de klant. Heeft die ook een plek in het huidige systeem? Of telt alleen een gebouw en het feit dat dit gebouw als onderpand kan dienen? Wordt de portemonnee van de klant buitengesloten? En hoe manifesteert zich dat? Ze geven beiden aan hoe belangrijk het is dat de prijs van energierenovaties naar beneden gaat. Dat het in de portemonnee gaat kloppen. Wat is de invloed van het feit dat die portemonnee er voor banken niet toe doet? Beïnvloedt dit onbewust het feit dat de consument in energiemarketing alleen op de portemonnee wordt aangesproken? Voor systemen geldt dat wat je buitensluit via de achterdeur weer binnen komt. En dan in een uitvergrote variant. Vragen die aan het denken zetten.
- En dan is er nog het speelveld dat je ‘het evolutionaire geweten’ zou kunnen noemen. Een kracht die hele samenlevingen in beweging brengt en patronen kan ontwrichten. Die schept en vernietigt. Het is de toekomst die op ons afkomt. Dit speelveld gaat over bestemming en eindigheid. Iets kan klaar zijn. Een organisatie of begrip kan eindig zijn: hoeveel bestemming heeft de financiële sector in een wereld die in de nabije toekomst zijn zekerheid ontleent aan een ‘internet van energie’? Als energie een ruilmiddel wordt in plaats van geld? Wat betekent dit dan voor de positie van geld, van banken? Verklaart dit de leemlaag die banken zo kenmerkt en waar Ron zo gefrustreerd van raakt? Is dat wellicht een goede reden om niet te willen zien dat een bepaalde bestemming is bereikt? De verkenning roept grote vragen op.
Niet alles wordt duidelijk. Wat zijn die knoppen die zijn omgezet op een dieper niveau, die maken dat het woningabonnement lukte? Wat is er nodig om de financiële sector uit te nodigen mee te dansen in deze vernieuwingen? Wat hebben mensen als Ron en Dorine nodig om hun rol als rebel, luis in de pels, systeemvernieuwer te blijven vervullen?
Een goede verkenning start met vragen en eindigt met vragen. Dat is ons zeker gelukt. De essentie is mij duidelijk: het is slimmer om de kunst van het dansen met systemen te willen leren, dan het kunstje van het Woningabonnement te kopiëren. Makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe urgenter de energietransitie opgave, hoe groter de neiging en het verlangen zal zijn om oplossingen simpelweg te willen kopiëren. Hopelijk draagt deze reflectie bij aan het bewustzijn dat succesvol kopiëren pas kan als er ook een dieper verlangen is om de fundamenten van een oplossing te doorgronden. En tenminste een lokaal kloppende variant van het Woningabonnement te ontwikkelen.