‘Als je nou je gewicht op links brengt, met je rechterbeen aandrijft, aanleuning zoekt met links en met je rechter teugel meer vrijheid geeft, dan krijg je wat je wil. Paard en ruiter in balans. Een perfecte impuls, maar niet een paard dat onder je vandaan loopt, oftewel, een paard dat zoveel spanning opbouwt dat je zo aan de rand van het bos bent zonder dat er nog iets te redden valt.’ Aldus mijn instructrice die zag dat ik aan het stoeien was met mezelf en mijn paard. Dit deed mij iets inzien.
Dynamisch evenwicht
Paardrijden is een evenwichtsport. In systemen is een dynamisch evenwicht de meest prettige situatie. Gek dat ik niet eerder de link legde. Want als je dat wel doet dan is de ruiter en paard metafoor ineens overal. Een paard zonder ruiter is als een kip zonder kop. Een paard en ruiter vullen elkaar aan. Een ruiter geeft de grenzen van het systeem aan en kan een paard helpen een optimale balans te vinden. Samen kunnen ze magistrale dingen als de systemen elkaar goed aanvullen.
Marja de Vries schrijft in haar boek ‘samenlevingen in balans’ over de systeemwet van de dynamische balans dat levende systemen bij grote verstoringen wel de neiging hebben om de situatie van dynamische balans te herstellen, maar dat ze daarbij niet terugkeren naar precies dezelfde uitgangssituatie, maar naar een andere, volgende plek op het pad van ontwikkeling. Dit is wat elke ruiter weet: als een paard een keer in paniek raakt, een balk raakt bij het springen van een hindernis of getrapt wordt in een kudde, zal de rust wel weer hersteld worden, maar deze gebeurtenis maakt dat een paard de volgende keer alerter is. Zijn benen hoger optrekt bij het springen, voorzichtiger is in de groep en sneller ‘aan de kletter gaat’ als er in de groep onrust ontstaat.
Hetzelfde geldt voor ruiters: als ik als ruiter een keer ernstig val, kruip ik er wel weer op en doe ik alsof er niks gebeurd is, maar ik weet toch dat ik beter op ga letten, iets sneller reageer, iets meer spanning in mijn lijf houd.
Ruitertaal is systeemtaal
De taal die ruiters gebruiken kan zo in een boek over systeemdenken. Denk aan: ‘je paard valt uit elkaar’. Wat hiermee bedoeld wordt is dat het paard geen dynamische balans meer heeft. Hij beweegt alle kanten op. Een heel jong paard kan op zo’n moment zelfs letterlijk omvallen, wat mij weleens is gebeurd. Als een systeem uit elkaar valt dan is de balans volledig verstoord. Een systeem kan op hol slaan, net als een paard. Dit heet een vicieuze cirkel. De controle is dan weg. Denk ook aan de woorden balans, beteugeling, verstoring, evenwicht en reactie. Maar ook aan angst, gevoeligheid en op hol slaan.
Steeds gevoeliger versus steeds sneller herstel
Als ik als ruiter mijn paard dresseer, streef ik er naar dat mijn paard zo weinig mogelijk ‘interventies’ nodig heeft om steeds beter te kunnen functioneren. Als ruiter wil je met jouw paard groeien: na het uit balans brengen van het systeem – lees: aan galopperen of een dressuuroefening doen – moet je paard steeds sneller weer in balans komen. De stabiliserende loops moeten goed werken, maar de versterkende loops ook. Een paard heeft voldoende impuls nodig – lees: dynamiek, of in autotermen voldoende ‘toeren’– maar ook niet teveel, want dat zou tot grote oscillaties kunnen leiden – denk aan het optrekken van een Ferrari versus een Fiat en het letterlijke ‘stuiteren’ van een paard. De ferrari’s onder de paarden trekken heel gevoelig op. Elk systeem kan ‘gevoelig’ worden – denk aan de aandelenmarkten – en voor lange termijn stabiliteit is dat niet gewenst. Het maakt ruiters, beleggers of chauffeurs nerveus omdat het systeem zomaar in elkaar kan klappen.
Omvallen voor de jury
Mijn instructrice vertelde onlangs dat Ankie van Grunsven – Nederlands beste dressuurruiter – van dit principe gebruik maakt om wedstrijden te winnen. Zij maakt haar paarden zo gevoelig dat ze bij de minste of geringste impuls een bepaald gedrag vertonen. Dit is gelijk ook de kritiek op Ankie: haar paarden staan bij de minste of geringste verstoring op hun achterste benen. Ze kunnen niks hebben. Er zitten geen ‘buffers’ in het systeem van het paard. Er zit geen enkele vertraging in de relatie tussen de impuls van ruiter of omgeving en de reactie van het paard. Dit maakt Ankie’s paarden zo goed als onhandelbaar. Vaak gaat ze met een ‘makker’ paard – lees: een paard dat een stabielere dynamische balans heeft, met meer buffers voor geluiden om zich heen – naar de prijsuitreiking.
Leren systeemdenken is als leren paardrijden
Wil je leren paardrijden dan zou je dat heel rationeel kunnen benaderen: je bestudeert de anatomie van het paard, de technieken die ruiters gebruiken om een paard te berijden en past dat vervolgens toe. Helaas werkt dit niet heel goed. Net als je niet op die manier kunt leren dansen. Daar heb je hoofd, hart en buik voor nodig.
Een paard zit zo complex in elkaar en elk paard vormt weer zijn eigen systeem, dat je spelenderwijs zult moeten ervaren wat de relatie is tussen hoe jij je benen inzet, je gewicht verdeelt en verplaatst, je teugels vasthoudt, je billen samen knijpt en de afstand inschat. Om maar een paar willekeurige aspecten te noemen. Daarnaast ben ik er sinds enkele jaren achter dat paardrijden – net als systeemdenken – een sterke mentale component kent. Als ik denk dat een paard in paniek raakt als een ander paard naast mij onrustig wordt, is de kans groot dat die spanning zich naar mijn lijf vertaalt en mijn paard dit voelt en inderdaad in paniek raakt. Als ik in plaats daarvan een sinterklaasliedje zing terwijl ik op een gespannen paard zit en doe alsof ik een ontspannen strandrit maak, blijft mijn paard ontspannen en is er niks aan de hand.
Moet ik op paardrijden?
De moraal van het verhaal: paardrijden is een vorm van ‘dancing with the system’. Het is goed om over de theorie na te denken, maar vervolgens is het een kwestie van experimenteren en ervaren wat de gevolgen zijn van je eigen handelen en denken. Want zodra je met een systeem aan de slag gaat, ben jij ook onderdeel van dat systeem. De graadmeter van een gezond werkend systeem is een gezonde dynamische balans. Een systeem dat doet wat het moet doen, dat zich goed weet te herstellen als de balans verstoord wordt (bewust of onbewust) en dat wel in beweging blijft. Van dat soort systemen kan je ook meer vragen: de prestaties kunnen opgeschroefd worden, met behoudt van balans. Voor je het weet spring jij ook over 1.40m zonder van je paard te vallen of laat je jouw organisaties op manieren presteren die je niet voor mogelijk had gehouden: kom maar op met die duurzaamheid targets!