De systeemuitdaging: het Ministerie van IenW wil beter worden in transitiemanagement

In het najaar van 2018 krijgt Green Bridges de vraag om mee te denken met de opzet van een opleiding transitiemanagement voor het Ministerie van Infrastructuur en Water. Een co-creatief inkoopproces leidt tot de vraag aan een aantal kennisinstellingen (DRIFT, Nyenrode en Universiteit Utrecht) en aan Green Bridges om een pilot te ontwerpen rond een specifieke casus. Green Bridges wordt aan de casus “Duurzame Mobiliteit en Bereikbaarheid Waddeneilanden” gekoppeld, met casuseigenaar Gerwin Klomp van Rijkswaterstaat.

De systeemoplossing: een pilot transitiemanagement rond een concrete casus, met Theory-U als onderliggend raamwerk

Een team van Green Bridges, onder leiding van Martine Verweij, werkt een transitiemanagement pilot uit waarin de casus “Duurzame Mobiliteit en Bereikbaarheid Waddeneilanden” centraal staat. De leerreis bestaat uit zes dagen, waarvan één op locatie te Ameland. Verweij gebruikt Theory-U als theoretisch raamwerk voor dit traject, maar maakt ook de koppeling naar de transitietheorie zoals ontwikkeld door het Dutch Research Institute for Transitions  (DRIFT).

Leerdoelen van dit traject:

  • Deelnemers ontdekken dat er diverse theoretische raamwerken om transities te duiden en vervolgens verantwoordelijkheid te nemen – elk raamwerk heeft een ander accent. Het gaat altijd over het realiseren van systeemverandering; oftewel, het realiseren van een verandering op alle niveaus. Het diepste niveau is het niveau van ons denken, ons wereldbeeld en onze intentie. Theory-U neemt meer dan andere transitietheorieën de dimensies ‘bewustzijn’ en persoonlijk leiderschap mee.
  • Energie volgt aandacht – daarom vraagt (het nemen van verantwoordelijkheid in) een transitie erom te leren van de toekomst in plaats van ons te verzetten tegen patronen uit het verleden. Leren van de toekomst vraagt een open geest (voorbij twijfel en oordeel), een open hart (voorbij cynisme) en een open wil (voorbij angst)
  • Het is mogelijk om condities te creëren die het voor het hele systeem van betrokkenen (’the whole system’) makkelijker maken om de beweging te maken van een ego- naar ecobewustzijn. Dit is tevens een beweging van leren vanuit het verleden, naar leren vanuit de toekomst.

Belangrijkste geleerde les door dit traject?

Martine Verweij: “Het was een heel leerzaam traject. Wat me het meest zal bij blijven, is een herbevestiging van het belang om met open hart en open geest naar een plek te gaan, die betekenis heeft voor de opgave. Op de vijfde dag van het casuslab reisden we met z’n allen naar Ameland. In tweetallen gingen deelnemers op pad en spraken spontaan een aantal kinderen aan op school, een hoteleigenaar, een bakker, de VVV, de Jumbo en vrijwilligers op het lokale vliegveld. Het ‘spontane gesprek’ deed iets met de deelnemers, er ontstond een zekere ‘nederigheid’. Een besef: ‘wie ben ik, vanuit de Rijksoverheid, om hierin de lead te willen pakken’, ‘mijn rol zou slechts ondersteuning moeten zijn, van wat men lokaal wil’.

Maar belangrijker nog: door deze dag werd voelbaar hoezeer de lange termijn mobiliteit- en bereikbaarheidsuitdaging van de Waddeneilanden gaat over de leefbaarheid en identiteit van de eilanden. Dat is dan ook de opgave die centraal moet staan en die is nogal fundamenteel. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn hier een afgeleide van.

Hoe nu verder?

Achteraf gezien bleek deze pilot de perfecte voorbereiding voor een traject dat vanaf november 2019 gaat lopen, in opdracht van Programma Rijke Wadden, met een veel breder veld aan stakeholders, om te komen tot een transitieschets duurzame mobiliteit en bereikbaarheid van de Waddeneilanden. Het ‘klasje’ zoals de deelnemers van het Casuslab zichzelf noemden, zal hierbij betrokken blijven. En Green Bridges is gevraagd om ook dit traject te begeleiden en het leren in de praktijk zo verder te bevorderen.

Wordt vervolgd!