‘Drinkbare rivieren’, een reis, een droom, een levenswerk

Uitgeverij Atlas Contact

De afgelopen dagen wandelde ik mee met Li An Phoa. Niet letterlijk, maar al lezende in het boek dat zij met haar partner Maarten van der Schaaf schreef over haar levensreis tot nu toe. Ik ben direct gegrepen en besluit niet van haar zijde te wijken. Ook al zag ik er best wel tegenop om haar boek te lezen.

Het leek me zwaar. Ik stelde me voor dat het verhaal dat ze zou vertellen, over haar hartendroom van drinkbare rivieren, me moedeloos zou maken. Het leek me in zekere zin taaie kost. En soms ben ik daar even klaar mee. Dan wil ik iets lezen dat mijn hart verwarmt, in plaats van een verhaal dat me nog bewuster maakt van de grote problemen van deze tijd en me innerlijk doet besluiten nog meer verantwoordelijkheid te willen nemen. Maar ik ga toch op pad. Een kiem van nieuwsgierigheid doet me het boek kopen en openslaan.

Op avontuur

Li An start haar verhaal alsof het een avonturenroman betreft. Gail Whiteman, haar docent aan de Rotterdam School of Management had onderzoek gedaan naar grote bosbouw- en mijnbouwbedrijven die in de leefgebieden van inheemse volkeren grondstoffen winnen, van de Amazone tot de Poolcirkel.

Daar wilde Li An meer van weten.

Gail vertelde dat er een kanotocht zou worden georganiseerd om te protesteren tegen de geplande aanleg van een waterkrachtcentrale in een wilde rivier, in het leefgebied van de inheemse Cree.

Li An flapte eruit: ‘dan moeten we daarheen’ (pg 9).

Ze vertrekt en doet mee aan de kanotocht. De paklijst betreft vier pagina’s, maar ze heeft nog niet door dat ze echt alles mee moet nemen om te kunnen overleven. “Ik besloot me er niet al te druk om te maken. Propte wat ik kon vinden in mijn tas (pg 20).”

Geen waterfilter nodig

De tocht wordt een beproeving. Ze wordt ingedeeld bij Richard. De oudste en meest ervaren kanoër. Als ze na de eerste etappe haar kersverse waterfilter uit de droogton haalt en onderdompelt in de Rupert kijkt Richard haar aan. ‘Dat ding heb je hier niet nodig. Hij maakt een kommetje met zijn handen en schept het water uit de rivier’.

Het lukt Li An om de hele Rupert af te varen en de groep activistische kanoërs wordt groots onthaald. De pers duikt erop en een Cree Chief kan zijn alarmistisch verhaal doen. Toch zal het niet genoeg blijken. Li An reist maar liefst drie keer af naar het gebied rond de Rupert en vooral die laatste keer doet haar hart breken. De bouw en werking van een waterkrachtcentrale heeft het ecosysteem totaal uit balans gebracht.

Een ontmoeting met een oudere vrouw is de druppel.

“De afgelopen tijd is het water donkerder geworden, het zonlicht wordt geblokkeerd, planten sterven en vissen hebben het moeilijker: er zijn minder plekken om zich te verstoppen, te jagen, laat staan om te paaien. [Door de kwikvergiftiging veroorzaakt door de bouw van een eerdere dam, waarbij mijnbouwgrond wegspoelde[1]] deformeren veel vissen, ik heb laatst een misvormde steur gezien. Sommige vissen hebben zweren, die moet je niet eten, dan heb je een week lang diarree. Er komen voortdurend dode vissen bovendrijven en mensen worden ziek, ik ook’. Li An ziet de tranen in haar ogen springen en huilt van binnen mee.

Een levenswerk is geboren

Ze voelt wanhoop maar ook noodzaak: iedereen moet het verhaal over de Cree horen. Dat ze uit hun rivier dronken, hoe de Rupert, onder het mom van ontwikkeling is vernield, en dat daarmee de levensstijl van de Cree is verwoest.

‘Nooit vergeten. Altijd blijven herinneren, blijf het doorgeven’.

De Rupert heeft richting gegeven aan het leven van Li An en ze besluit dan en daar: ‘ik zal mijn leven inzetten voor drinkbare rivieren’ (pg 117).

Hoe ze dat doet, is waar haar boek over gaat. ‘One step at the time’. Voet voor voet, wandelt ze haar nieuwsgierigheid achterna. Ze houdt daarbij haar innerlijk kompas op koers op een aantal verschillende manieren. Hieronder verpakt als adviezen.

  • Benut je eigen ‘dierlijke intelligentie’ (pg 151)

In haar zoektocht om haar missie en droom van ‘drinkbare rivieren’ te volbrengen, volgt Li An geen rechte lijn. Geen vastomlijnd plan. Daar gelooft ze ook niet in. Als onderdeel van haar opleiding diepe ecologie aan het Schumacher College, ontdekt ze het belang van andere vormen van weten, naast onze ratio.

“Als je wilt bestuderen hoe de wereld werkt, ontkom je er niet aan om naast je ratio, ook je intuïtie, zintuigen en gevoel te gebruiken’, stelt hoofddocent Ecologie Stephan Harding.

Een kind dat altijd tienen haalde en zo graag wil weten hoe het zit (herkenbaar), laat zich dit geen twee keer vertellen. Ze omarmt het verlangen om – wat ik ben gaan noemen – ‘onze dierlijke intelligentie’ – verder te ontwikkelen en te benutten, bij het realiseren van haar missie.

‘Het lichaam is bij uitstek het middel om een relatie aan te gaan met de wereld om ons heen’.

Li An haalt filosoof David Abram aan. Zoals ze steeds met de lezer deelt waar ze haar inspiratie vandaan haalt. Ze heeft zich voorgenomen om de – nog levende – auteurs van boeken waar ze bewondering voor voelt, op te zoeken – als ze openstaan om haar te ontvangen. Dat blijken velen te doen. Van boeken leren is een ding. Een ervaring is toch nog wat anders.

  • Loop en open je zintuigen

Li An zet steeds meer haar zintuigen open, op weg naar drinkbare rivieren. Vooral door letterlijk te wandelen. Ze maakt enorme voettochten – zoals de Pacific Crest Trail die van de grens met Mexico tot de grens met Canada loopt. Ze volgt steeds meer haar intuïtie en gebruikt haar verstand.

“Bij elke stap die ik zet lijken mijn zintuigen meer waar te nemen. Ik hoor beter – het is hier kalm, maar zeker niet stil -, ik zie scherper en voel het bloed door mijn aderen stromen (pg 145).”

Zich in het moment afstemmend op haar diepere verlangens en met haar zintuigen wijd open, lijkt ze telkens te ‘weten’ wat de volgende stap moet zijn. Dat geldt ook voor de tocht die ze recent aflegde van de bron van de Maas even buiten Pouilly-en-Bassigny, naar de Noordzee.

De beschrijving van wat ze meemaakt doet me denken aan een reis die ik vier jaar geleden maakte met mijn hond Driekus in Schotland, waarbij ik van de ene verbazing in de andere viel. Telkens waren de juiste mensen op de juiste plek, bleek ik aan de juiste persoon de juiste vraag te stellen, waardoor mijn totaal ongeplande reis, met een dieper verlangen om mijn (Schotse) wortels te verkennen, zo goed als moeiteloos verliep. Alleen die ene avond waarop ik de omstandigheden niet vertrouwde en me nodeloos druk begon te maken, liep alles in de soep.

  • Neem niet het vernietigde ecosysteem als uitgangspunt, maar het welzijn van de gemeenschap (pg 187)

Bij Li An loopt weinig in de soep – of het zit niet in het boek. Ze is even onthand als haar telefoon er mee op houdt na een gigantisch noodweer. Maar net voordat haar telefoon ermee ophoudt ontvangt ze nog allerlei berichten van mensen die ze heeft ontmoet langs de Maas.

“Bij het lezen van alle berichten en het horen van hun zorg en ongerustheid, voel ik dat we een rivierfamilie zijn, verbonden door de Maas”.

Ook tijdens haar Rupert avonturen, ontdekt Li An de kracht en het belang van het welzijn van de gemeenschappen die van gezonde rivieren afhankelijk zijn. Door de komst van de waterkrachtcentrale werd niet alleen het ecosysteem van de Rupert vernietigd, maar ook de levenswijze van de Cree. Met groeiend alcoholisme, depressies en uitzichtloosheid als gevolg.

Li An trekt veel op met Willem Ferwerda van Commonland en reist met hem onder andere naar het stroomgebied van de 250 kilometer lange Gundar. Een regenrivier die uitmondt in de Golf van Bengalen.

Het valt haar op dat Vasi, de oprichter van de stichting M.P. Vasimalai, die hen mee op pad neemt, niet het vernietigde ecosysteem, maar het welzijn van de gemeenschap als uitgangspunt neemt.

Als Li An meer recent langs de Maas wandelt, blijft deze zienswijze bij haar. Ze betrekt burgemeesters langs de Maas in Frankrijk, België en Nederland bij haar missie. Ze begrijpen waar ‘drinkbaarheid’ over gaat. Er ontstaat een officieel burgemeestersnetwerk voor een drinkbare Maas. De Maas-burgemeesters erkennen dat ze allemaal hetzelfde water delen, dat de Maas hun gedeelde levenslijn is en committeren zich om bij te dragen richting een drinkbare Maas. Boris Ravignon, de burgemeester van Charleville-Mézières ontpopt zich tot een van de pioniers (pg 241). Hij geeft aan hoe belangrijk het is om de richting aan te geven waarheen we willen bewegen.

  • Het belang van een droombeeld naast een doembeeld – én laat je dromen lekken

Burgemeester Boris versnelt de aanleg van wandelpaden langs de Maas zodat bewoners en bezoekers kunnen genieten van de rivier in plaats van nog langer met hun rug naar de Maas te leven (pg 242). Het doet Li An beseffen wat het belang is van een droombeeld, naast een doembeeld. Naast Rachel Carson’s doembeeld van een stille lente plaatst zij een droombeeld van een wereld met drinkbare rivieren.

“Een visie waarvan ik hoop dat die lezers nu en in de toekomst enthousiasmeert, houvast biedt en inspireert tot actie en zorg. Als we stap voor stap in de juiste richting gaan bewegen, ieder voor zich en gemeenschappelijk, is een wereld met drinkbare rivieren mogelijk. Niet van vandaag op morgen maar wel veel sneller dan velen denken. Daar ben ik van overtuigd (pg 244).”

Herman van Veen had haar enkele jaren eerder nog ingefluisterd hoe belangrijk het is om ‘dromen te laten lekken’. Nou, dat is wat Li An als geen ander kan. Ook met dit boek.

Persoonlijke noot

Overweldigend, en inspirerend. Li An en Maarten’s weergave van Li An’s levensreis tot nu toe, stemt hoopvol. En resoneert.

Ook bij mij voelt het inmiddels alsof ik aan de wandel ben, met niet langer mijn hoofd, maar vooral mijn hart als kompas. Zo wandelde ik (spreekwoordelijk) van Amsterdam, naar Rotterdam, waar ik mijn levenspartner ontmoette, met wie ik letterlijk aan de wandel ging in Zeeland (met onze honden die elkaar leuk vonden), om daar samen verliefd te raken op een plek.

Zeeland kende ik nauwelijks.

Op die ene keer na dat ik er als kind met mijn familie was, in het plaatsje Dishoeck. (Pas later besefte ik dat ik ook werkelijk Zeeuwse wortels heb – oma Van Dishoeck is alweer een tijdje overleden).

En die andere keer dat ik er met Li An was.

  • Luister naar je hart – wanneer gaat je hart zingen?

Toeval of niet? In april 2017 was ik in Zeeland met een groep die ik (met mede reisleider Christopher Baan) onder mijn hoedde had. De groep was ontstaan op mijn initiatief vanuit een gemeenschappelijk verlangen om zinvol (en systemisch intelligenter) te kunnen bijdragen aan de energietransitie. Alle deelnemers tekenden in voor een Theory-U leerreis. We vroegen Li An om de groep twee dagen mee op pad te nemen, opdat ze konden ontdekken wat hen te doen stond (presencing-fase, onder in de ‘U’).

Li An opperde om elkaar te ontmoeten in Burgh-Haamstede, de Zeeperduinen. In haar boek lees ik dat zij daar zó vaak te vinden was met haar Zeeuwse opa en oma, dat die zelfs een duin naar haar vernoemden.

Het werd een zintuiglijke tweedaagse. Met een nachtwandeling en een ochtend ontmoeting met onszelf en het land. We lagen om 5.30 in de ochtend al tussen de heideplaggen, op onze rug. Te luisteren en te voelen wat het land ons te vertellen had.

’s Middags wandelden we op uitnodiging van Li An in ons eentje door de Zeeperduinen met de vraag die mij sindsdien ook niet meer loslaat: “Wat doet míj́n hart zingen?”

We kozen ieder een boom die ons ondersteuning gaf bij het hardop uitspreken van het antwoord, opdat we onszelf zouden horen.

Ik kan nóg voelen hoe mijn antwoord door die boomwortels verankerd werd. Zonder dat ik me de precieze woorden kan herinneren.

En dan voorts..

Waar Li An stap na stap zet om haar droom werkelijkheid te maken en haar droom inmiddels de droom van velen is, vraag ik mij al schrijvende, opnieuw af; “wat doet mijn hart echt zingen?”

Ik hoop dat jij – al lezende – jezelf diezelfde vraag stelt.

Mijn hart gaat zingen op momenten dat het me lukt het 2-jarig kind in onszelf terug te vinden. Een kind dat met de ‘grootst mogelijke wakkerheid’ naar de wereld kijkt. Volledig gewaar en systemisch intelligent.

Vorig jaar schreef ik al hoezeer onze huidige samenleving de spirit van een 2-jarig kind niet koestert, maar traumatiseert en inkapselt, opdat het zijn onbevangenheid en daadkracht verliest.  Daar waar andere samenlevingen er juist alles aan doen om te zorgen dat die ‘spirit’ niet verloren gaat.

Ik word vrolijk als ik omstandigheden weet te creëren waardoor ons wakkere 2-jarige kind weer aanwezig is en voelt wat nodig is in het moment. Ook Li An beseft zich dat er andere omstandigheden nodig zijn om te weten wat op elk moment nodig is, op weg naar drinkbare rivieren. Daarom trekt ze erop uit en haalt ze ons uit de zaaltjes met systeemplafonds, naar plekken waar ons hart automatisch opent.

Dat neem ik van haar mee. Tegenwoordig trek ik er op uit als ik een sessie moet voorbereiden of een artikel moet schrijven. Mijn vragen neem ik met me mee en onderweg stel ik me open voor wat op mijn pad komt. Ook de groepen die ik onder mijn hoede neem, neem ik mee uit wandelen. Opdat ze hun vertrouwde standpunt verwisselen voor een dynamischer, relationeel perspectief. In het ritme van hun voetstappen.

Bovenal besef ik mij door het lezen van dit boek, eens te meer: als mijn hart blijft zingen, ben ik goed bezig…

‘Whatever you can do, or dream you can, begin it. Boldness, has genius, power and magic in it’ (pg 77).

Waar droom jij van en kan je gewoon mee beginnen?

[1] Voor meer info: http://www.ottertooth.com/Reports/Rupert/News/rupert-betray.htm