In zijn essay ‘Niet langer verbonden’ (2 jan 2016) vraagt Bas Heijne zich af: waarom radicaliseren opvattingen in Nederland zo snel? Bedreigde eigenheid en een heftig gevoel van miskenning vormen volgens hem al jarenlang de grondtoon van de vaderlandse onvrede. Deze gevoelens gaan gepaard met heftige emoties, waarover vaak verbazing is. Hoe kan het dat een inspraakavond over de komst van een ASC of een windmolenpark zo gruwelijk uit de hand kan lopen?
Heijne beargumenteert naar mijn inzien terecht dat we moeten durven zien wat onderliggend is aan deze emoties: het gaat om een groeiend gebrek aan onderlinge verbondenheid in de samenleving.
Verbindingen (relaties) in een systeem bewaken de integriteit
Een gezonde mate van onderlinge verbinding in een samenleving – en in elk ander systeem – is cruciaal om de veerkracht en integriteit van dat systeem te behouden en om te kunnen blijven gaan met externe veranderingen. Is die verbinding er niet of te weinig, dan kan de integriteit en daarmee kwaliteit van het levend systeem, of het nu om een organisatie, een bos of een samenleving gaat, in respons op externe ontwikkelingen, sterk achteruit gaan. Een bos zal volledig van karakter veranderen als (bv.) een ‘invasieve soort’ zijn intrede doet en het bos al ‘te zwak was’ om het eigen ecosysteem in stand te houden. Een verzwakte en weinig verbonden gemeenschap zal het gevoel hebben dat een externe ontwikkeling de kwaliteit van de gemeenschap ondermijnt. Dat wat was komt niet meer terug.
Een dorpstrauma
In het essay van Heijne staat een lokaal dorpstrauma over het sluiten van een zwembad centraal. Een sluiting die maakt dat lokale bewoners jaren later wederom heftige emoties ervaren, nu in relatie tot een geheel ander onderwerp.
Heijne: “Nu had Zwanenburg (red.: waar Heijne ooit opgroeide) geen zwembad meer – een wond die niet wilde helen. Wellicht omdat het verder ook al niet echt goed ging. Door de hinder van laag overvliegende vliegtuigen had het dorp al decennia niet kunnen uitbreiden, bezat het nauwelijks aantrekkingskracht op nieuwkomers. De detailhandel was ingezakt. Veel winkels waren verdwenen.
Een vrouw uit het publiek vroeg Remkes naar het verdwenen zwembad – kon dat niet terugkomen? De Commissaris reageerde meewarig. Mensen hadden toch een auto? Als je wilde zwemmen dan reed je toch naar een dorp ergens verderop, waar er wel een was?”
De Commissaris had het niet begrepen. Het dorpszwembad stond symbool voor iets veel groters: een steeds verdere afname van onderlinge verbondenheid in het dorp.
“Remkes begreep niet wat het verlies van het zwembad betekende voor het dorp; het geld ervoor was ergens in de jaren zestig grotendeels door de inwoners zelf bij elkaar gelegd. Het zwembad hoorde bij het dorp, het was deel van zijn trots en identiteit geweest.”
Je kan ook zeggen: het zwembad deed mensen samen komen en versterkte de onderlinge verbinding.
Hoe dit nu te duiden?
Heijne komt met hulp van de Deense filosoof Søren Kierkegaard en de Amerikaanse filosoof Matthew Crawford tot de conclusie dat wat in Zwanenburg gebeurt alleen maar kan gebeuren als het gevoel van onderlinge verbondenheid sterk is afgenomen.
Crawford: “Wanneer mensen dat gevoel van onderlinge verbondenheid met anderen niet langer werkelijk voelen, begint ieder zichzelf te zien als de vertegenwoordiger van iets algemeens. We brengen dit ‘vertegenwoordiger zijn’ mee in onze ontmoetingen met anderen. Dit vervlakt onze relaties en maakt ze abstracter.”
Het volgende systeemdiagram illustreert wat er gebeurt volgens Heijne:Hoe lager ons gevoel van onderlinge verbondenheid, hoe groter de mate van abstractheid van onderlinge relaties en de mate waarin we ons vertegenwoordiger gaan voelen van iets algemeens, om de toekomst van de ‘gemeenschap’ te redden. Een negatief zichzelf-versterkend patroon, want dit polariseert de gemeenschap juist.
Heijne beschrijft hoe de vrouw die het zwembad-trauma aan de orde brengt had gehoopt op een meer passende reactie van de politiek, waardoor de verbinding weer hersteld zou worden. Een reactie op gevoelsniveau, die erkend wat het lokale verlies is geweest. Maar als deze ‘adequate, verbindende politieke reactie’ uitblijft, raakt de bron van vertrouwen in de politiek verder uitgeput. Een neveneffect daarvan is dat de mate van onverzoenlijkheid van de burger toeneemt. Als reactie daarop komt de politiek nog meer in een eigen bubble, vanuit de groeiende overtuiging dat ‘de burger steeds onbestuurbaarder en onredelijker wordt’.
Voor de systeemdenkers die meelezen: herken je de ‘grenzen aan de groei dynamiek’, dat een systeem illustreert dat uit balans raakt, met een hulpbron, die als grens aan de groei fungeert (‘het vertrouwen in de lokale politiek’)?
Wat er feitelijk gebeurt als de onderlinge verbondenheid verloren gaat, is dat de behoefte aan autonomie sterker wordt.
Een samenleving uit balans
Elk systeem kent een versterkend patroon (‘reinforcing loop’) en een balans brengend patroon (‘balancing loop’). De ecoloog Marja de Vries beschrijft helder in haar boek ‘samenlevingen in balans’ dat er twee krachten zijn die elk systeem in een dynamische balans houden. De creërende, naar buiten-gerichte kracht (in oosterse wijsheids-tradities ook wel yang genoemd) en de naar binnen-gerichte verbindende kracht (‘yin’).
Pas als de naar binnen gerichte, verbindende kracht net iets sterker is dan de naar buiten gerichte, creërende kracht, kan een levend systeem floreren. Een auto waarin de motor sterker zou zijn dan de rem zou immers ook crashen.
Ieder levend systeem – zoals een gemeenschap – is onderdeel van een groter levend systeem waarin allerlei ontwikkelingen spelen, die ofwel in het systeem geïntegreerd moeten worden, ofwel buiten gehouden moeten worden. Alleen een systeem met een sterke onderling verbondenheid, kan in balans blijven en daarmee de integriteit bewaken, als externe ontwikkelingen de druk op het systeem vergroten.
Denk aan een schoolklas van 30 waaraan ineens 10 nieuwe leerlingen worden toegevoegd. Als de klas al weinig onderlinge verbondenheid kende, is de kans groot dat de helft van de klas met de nieuwkomers binnen weinig tijd bij de rector zit wegens brutaliteiten. Uiteindelijk zal er wel weer een nieuwe balans ontstaan, maar deze klas als systeem is volledig verandert.
Of denk aan je eigen relatie met jouw partner: in een periode waarin jullie onderlinge verbondenheid laag is, zal een externe prikkel, een roddel van een collega die jouw vriendin zag met een man die je niet kent, binnen weinig tijd tot een verhitte situatie leiden. In de ruzie die ontstaat verharden jullie de eigen positie en worden ‘autonomer’ dan ooit.
Hetzelfde gebeurt in gemeenschappen: is de onderlinge verbondenheid laag, dan is een externe prikkel (‘5 windmolens op de dijk’) een trigger voor een verharding van de positie, voor de vergroting van de autonomie van enkelen, die zich daarbij groot maken, namens velen.
Als de respons op de externe prikkel zo hevig is dat het systeem zich afsluit en vervolgens misschien wel ‘instort’ (een gemeenschap die letterlijk onbestuurbaar wordt), dan zal de externe ontwikkeling – die de gemeenschap misschien juist wel had kunnen versterken – niet omarmd worden.
Elke externe ontwikkeling is een kans voor een systeem om te groeien, maar in dit geval lukt dat niet.
De moraal van dit verhaal; wat leren we hiervan?
Voor een ieder die in Nederland een gemeenschap binnenwandelt met een mooi plan, dat aansluit bij de veranderende werkelijkheid – denk aan de noodzaak tot verduurzaming van de energievoorziening in verband met klimaatverandering – doet er goed aan zich te verdiepen in die gemeenschap.
Tip 1: Observeer, observeer, observeer
Praat eens (met open ‘mind’) met wat mensen en ontdek wat er lokaal speelt. Welke dorpstrauma’s hebben zich de afgelopen decennia afgespeeld? Hoe onderling verbonden voelen mensen zich in het heden, vergeleken met enkele decennia geleden? Is de mate van onderlinge verbondenheid klein, dan is de kans op een felle reactie van enkelen namens een grotere groep (‘alle mensen die wel hart hebben voor dit dorp, in tegenstelling tot onze politici!’) aanzienlijk. Houdt hier rekening mee.
Tip 2: Heb oog voor diepere lagen
Mocht je te maken hebben met dergelijk heftige reacties, besef dan dat de heftigheid van de reactie vermoedelijk in relatie staat het gevoelde verlies van onderlinge verbondenheid in de gemeenschap. Besef ook dat er gemeenschapstrauma’s kunnen spelen die nooit verwerkt zijn.
Tip 3: Communiceer op een verbindende wijze
Probeer in deze situaties op een verbindende wijze te communiceren, inspelend op gevoelens en onderliggende behoeftes aan autonomie, als tegenpool van een gebrek aan verbinding (‘als u reageert zoals u net deed, voelt u zich dan verontrust en misschien zelfs kwaad omdat u behoefte heeft om zelf te kunnen kiezen als het om de toekomst van deze gemeenschap gaat?).
Tip 4: Ontwerp het project zo dat dit leidt tot grotere onderlinge verbondenheid
En probeer in het plan dat op papier zo mooi lijkt, omdat het zo goed aansluit bij de veranderende werkelijkheid, actief de brug te slaan naar het diepere verlangen van de gemeenschap, naar herstel van onderlinge verbondenheid. Waarom zorg je niet dat een van de vijf windmolens van iedereen wordt, waardoor de sportclub gratis stroom krijgt en de contributie voor het eerst in jaren niet verhoogd hoeft te worden? Of vernoem de windmolen naar de wethouder die ooit het dorpszwembad realiseerde, maar daar nooit voor geëerd werd.
Tip 5: Experimenteer met vernieuwende aanpakken in de tender van het MVI-Energie programma van de topsector energie
De tender van het Maatschappelijk-Verantwoord-Innoveren-Energie innovatieprogramma van de topsector energie, stimuleert actie-onderzoeksprojecten in de realisatiefase van energie-innovatie projecten. Welke condities en ontwerpcriteria zijn van belang om projecten op zo’n manier te realiseren dat deze lokaal ook in goede aarde vallen?
Leestips – hier haalde ik mijn inspiratie vandaan voor dit stuk:
- Prof. Klaas van Egmond (Universiteit Utrecht) schetst in zijn boek ‘een vorm van beschaving’ hoe ons wereldbeeld zich over de eeuwen cyclisch heeft ontwikkeld en we nu in een tijdsgewricht beland zijn, dat sterk materialistisch en individualistisch van aard is (de autonomie regeert!). We voelen allemaal dat hier al tegenreacties op aan het ontstaan zijn.
- Marja de Vries beschrijft in haar boeken de wet van dynamische balans, die in het gehele universum werkzaam is (‘Samenlevingen in balans: naar een toekomst in harmonie met de universele wetten’ en ‘De hele olifant in beeld – inzicht in het bestaan en de werking van universele wetten en de gulden snede’). De wet van dynamische balans zou je ook de wet van autonomie en verbinding kunnen noemen.
- In haar boeken schrijft Marja ook veel over wat een trauma is, op het niveau van samenlevingen. Check ook het werk van Peter Levine over het helen van trauma. En het werk van Jan Jacob Stam, die een systemisch perspectief ontwikkelde op trauma’s in organisaties en gemeenschappen.
- Bas Heijne’s essay ‘Niet langer verbonden’, is te vinden op de website van de NRC en in de digitale bundel ‘Een waanzinnig gaaf land – opmerkingen over Nederland’.
- Het boek ‘Non-Violent Communication’ van Marshall Rosenberg, leert je hoe je kunt communiceren op een verbindende wijze, door oordeelvrij te observeren, gevoelens te benoemen en dieperliggende behoeften te toetsen. Let op (uit eigen ervaring): dit is moeilijker in de praktijk te brengen dan gedacht; het is belangrijk om een dieperliggend perspectief te ontwikkelen op het belang van verbinding. Als je hier niet in gelooft, kan je verbindend communiceren tot je een ons weegt.
Goed stuk, Martine.
Zeer herkenbaar.